Spreekwoorden - Sprichwörter
Spreekwoorden en gezegden - Sprichwörter und Redewendungen
Spreekwoorden die in het Duits hetzelfde betekenen, maar die anders uitgedrukt worden als in het Nederlands.
Auf alten Pfannen lernt man kochen.
Letterlijk: Met oude pannen leer je koken.
Figuurlijk: Op een oude fiets moet je het leren.
Auf alten Pferden lernt man reiten.
Letterlijk: Op oude paarden leer je paardrijden.
Figuurlijk: Op een oude fiets moet je het leren.
Aller guten Dinge sind drei.
Letterlijk: Al het goede is een drie.
Figuurlijk: Driemaal is scheepsrecht.
Der Mensch dachte, Gott lachte.
Letterlijk: De mens dacht, God lacht.
Idiomatisch: De mens wikt, maar God beschikt.
Besser ein Spatz in der Hand, als eine Taube auf dem Dach.
Letterlijk: Beter een zwaluw in de hand, dan een duif op het dak.
Figuurlijk: Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht.
Besser einäugig als blind.
Letterlijk: Beter éénogig dan blind.
Figuurlijk: Iets is beter dan niets.
Dem Hahn, der zu früh kräht, dreht man den Hals um.
Letterlijk: De haan die te vroeg kraait, draait men de nek om.
Figuurlijk: Geduld is een schone zaak.
Alles hat ein Ende, nur die Wurst hat zwei.
Letterlijk: Alles heeft een einde, alleen de worst heeft er twee.
Figuurlijk: Aan alles komt een eind.
Alles neu macht der Mai.
Letterlijk: Mei maakt alles nieuw.
Figuurlijk: Een nieuwe lente, een nieuw geluid.
Betekenis: In de lente begint alles opnieuw.
Aus Schaden wird man klug. Darum ist einer nicht genug.
Letterlijk: Van schade word je wijs. Daarom is één keer schade lijden niet genoeg.
Figuurlijk: Door schade en schande wijs worden.
Die Tat wirkt mächtiger als das Wort.
Letterlijk: De daad is machtiger dan het woord.
Idiomatisch: Praatjes vullen geen gaatjes.
Eulen nach Athen tragen.
Letterlijk: Uilen naar Athene dragen.
Idiomatisch: Water naar de zee dragen.
Betekenis: Een zinloze bezigheid. Athene werd in de oudheid als de stad van de uilen gezien.
Wenn man den Esel nennt, kommt er g'rennt.
Letterlijk: Als je de ezel noemt, komt hij aangerend.
Idiomatisch: Als je het over de duivel hebt, trap je hem op zijn staart.
Es wird nichts so heiß gegessen, wie es gekocht wird.
Letterlijk: Niets wordt zo heet gegeten als het gekookt wordt.
Idiomatisch: De soep wordt niet zo heet gegeten als hij opgediend wordt.
In der Not schmeckt die Wurst auch ohne Brot.
Letterlijk: In nood smaakt de worst ook zonder brood.
Idiomatisch: Honger maakt rauwe bonen zoet.
Lügen haben kurze Beine.
Letterlijk: Een leugen heeft maar korte beentjes.
Idiomatisch: Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
Man soll den Tag nicht vor dem Abend loben.
Letterlijk: Men moet de dag niet loven voor het avond is.
Idiomatisch: Je moet de huid van de beer niet verkopen voor je hem geschoten hebt.
"Geschmacksache," sagt der Affe und beißt in die Seife.
Letterlijk: "Een kwestie van smaak" zegt de aap en bijt in de zeep.
Idiomatisch: Over smaak valt niet te twisten.
Träume sind Schäume.
Letterlijk: Dromen zijn schuim.
Idiomatisch: Dromen zijn bedrog.
Wie man in den Wald hineinruft, so schallt es zurück.
Letterlijk: Zoals je in het bos roept, zo echoot (spelling?) het weer terug.
Idiomatisch: Wie de bal kaatst, kan hem terugverwachten.
 2024 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | sitemap.
"Van dat, waarvan men niet kan spreken, moet men zwijgen.
Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen.
"