Spelen - Spielen
Infinitief | der Infinitiv |
te spelen | spielen |
Tegenwoordige tijd | das Präsens |
ik speel | ich spiele |
jij speelt | du spielst |
hij / zij / het speelt | er / sie / es spielt |
wij spelen | wir spielen |
jullie spelen | ihr spielt |
zij spelen | sie spielen |
Verleden tijd | die Vergangenheit |
Onvoltooid verleden tijd | das Präteritum / das Imperfekt |
ik speelde | ich spielte |
jij speelde | du spieltest |
hij / zij / het speelde | er / sie / es spielte |
wij speelden | wir spielten |
jullie speelden | ihr spieltet |
zij speelden | sie spielten |
Voltooid tegenwoordige tijd | das Perfekt |
ik heb gespeeld | ich habe gespielt |
 2025 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | sitemap.
"Het leven is als een doosje bonbons: je weet nooit wat je nu weer gaat krijgen.
Das Leben ist wie eine Schachtel Pralinen - man weiß nie was man kriegt.
"